Paragraaf 3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Het doel van deze paragraaf is om inzicht te geven in de ontwikkelingen die van invloed zijn op de financiële positie van de gemeente Woensdrecht. Verduidelijkt wordt of en zo ja, in welke mate de in onze begroting 2023 onderkende risico's zich ook daadwerkelijk voor hebben gedaan.

Welke risico's zijn aanvaardbaar?

Terug naar navigatie - Welke risico's zijn aanvaardbaar?

Aanvaardbare risico’s voor onze gemeente zijn die risico’s, die onvermijdelijk zijn om de doelstellingen te realiseren, zoals die de gemeenteraad zijn vastgesteld en waarbij het risico’s betreft, die niet zijn af te dekken door het treffen van kostenefficiënte beheersmaatregelen, zoals bijvoorbeeld door het afsluiten van verzekeringen of door het aanpassen van processtappen.

Risicomethodiek

Terug naar navigatie - Risicomethodiek

De kwantificering van een risico wordt bepaald door de waarschijnlijkheid van optreden (= kans) met de maximale financiële gevolgen (= impact) te vermenigvuldigen. De inschatting van de kans en van de impact is verdeeld over vijf categorieën. 

Status en ontwikkeling van de belangrijkste risico's

Terug naar navigatie - Status en ontwikkeling van de belangrijkste risico's

In de begroting 2023 is een totaal aan risico’s geraamd van € 4.210.000,-. Dit bedrag bestaat uit de risico’s die te kwantificeren zijn. Wanneer kwantificering niet mogelijk is, is sprake van een onzekerheid.  

  per eind 2022
Risico's groter dan € 300.000  
WMO € 720.000
Aviolanda  € 590.000
Jeugdzorg  € 520.000
WWB (BUIG) € 490.000
Infrastructuur (ver)nieuwbouw € 480.000
Infrastructuur - beheer en energie € 360.000
Economische ontwikkelingen en overheid € 300.000
Overige risico's (totaal) € 750.000
   
Totaal gekwantificeerde risico's € 4.210.000

 

Navolgend wordt aangegeven in hoeverre deze begrote risico’s zich in 2023 voorgedaan hebben en wordt de stand van zaken per eind 2023 weergegeven. 

Uitvoering Wmo 
Vanaf 2021 is het aantal aanvragen voor Wmo huishoudelijke ondersteuning en begeleiding substantieel gestegen. De mate waarin de stijging zich in 2023 heeft voortgezet is echter minder dan waarmee in de meerjarige prognoses voor de begroting 2023 rekening is gehouden.  Daarnaast zijn ook de tarieven voor de Wmo maatwerkvoorzieningen in 2023 geïndexeerd. 
De uitvoering van de Wmo betreft een open-eind regeling, waarbij het risico bestaat dat het begrote budget overschreden wordt. De kans op budgetoverschrijding is in de begroting voor 2023 ingeschat  op 10% van het budget voor Wmo huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en voorzieningen. 
In 2023 is de Wmo binnen de voor vastgestelde kaders uitgevoerd en is een overschot op het budget gerealiseerd van € 102.774,-. 
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de toelichting in programma 1 sociaal domein.

Joint venture Business Park Aviolanda 
In 2023 is door de verkoop van hun 20%-aandelenbelang door Fokker en de aankoop ervan door de provincie de aandeelhoudersverhouding gewijzigd naar 80% belang voor de provincie Noord-Brabant en 20% door de gemeente Woensdrecht. Hiermee is Business Park Aviolanda B.V. volledig in publieke handen. De waarde waartegen de aandelen van Fokker aan de provincie zijn verkocht is in lijn met de waarde van ons aandelenbelang van 20%.  
Daarnaast is in 2023 het Ondernemingsplan 2024-2028 vastgesteld en hebben de beide aandeelhouders ermee ingestemd. Dit plan is een ambitieus plan om te groeien naar een onderhouds- en innovatiecluster. Op de aandeelhouders zal een beroep worden gedaan om financieel te participeren. Dit zal ter besluitvorming aan de raad voorgelegd gaan worden. Per eind 2023 is door onze gemeente € 2,9 miljoen geïnvesteerd in BPA BV. 

Uitvoering Jeugdzorg
In 2023 is het beroep op de jeugdzorg weliswaar toegenomen, maar heeft doorverwijzing naar de duurdere zorgvormen slechts beperkt plaatsgevonden. Door de reguliere indexatie en een extra indexatie vanwege CAO afspraken en kostenstijgingen zijn de tarieven voor de jeugdzorg in 2023 aangepast. 
De uitvoering van de Jeugdwet betreft een open-eind regeling waardoor er altijd een risico zal bestaan dat het geraamde budget overschreden wordt. De kans op een overschrijding is in de begroting ingeschat op 10% van het budget voor jeugdzorg. Het overschot op het budget voor de jeugdzorg bedroeg in 2023 € 434.182,-.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de toelichting in programma 1 sociaal domein.

BUIG
Voor de uitvoering van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ wordt een gebundelde uitkering van het rijk ontvangen. Hierbij bestaat het risico dat de werkelijke uitgaven hoger zijn. De kans hierop wordt op basis van ervaringscijfers ingeschat op 10%.  
In 2023 is het klantenbestand van de ISD verder toegenomen en is ook het aantal statushouders, dat een beroep doet op de bijstand en het minimabeleid toegenomen.
Door tussentijdse bijstelling van het budget in rijkscirculaires en op basis van tussentijdse prognoses is de afwijking ten opzichte van het budget gering. Het tekort op het budget voor de participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ bedroeg in 2023 € 285.797,-. 
Voor nadere toelichting wordt verwezen naar programma 1 sociaal domein.

(Ver)nieuwbouw van gemeentelijke infrastructuur
Dit risico betreft met name de uitvoering van het integraal huisvestingsplan van onze onderwijshuisvesting (april 2020). De werkelijke uitgaven voor uitvoering van het Integraal huisvestingsplan scholen zijn in 2023 met ruim 25% gestegen. Uitgaven worden gedaan in combinatie met verduurzaming van gemeentelijk vastgoed. In het door de raad vastgestelde Integraal Huisvesting Plan, IHP,  worden investeringen voorzien in 2024 van € 6 miljoen. 

Instandhouding van gemeentelijke infrastructuur
Het risico, dat de uitgaven aan de meerjarige onderhoudsplannen door oplopende materiaal- en personele kosten hoger uitvallen, heeft zich voorgedaan in 2023. Continuering van het huidige conditieniveau van onze infrastructuur heeft geleid tot hogere beheerskosten. Zo zijn in het Beleidsplan wegen 2024-2027 de budgetten voor groot onderhoud met 40% gestegen en is een dergelijke stijging ook in het Beleidsplan openbare verlichting 2024-2027 voorzien. In het Gemeentelijke waterprogramma 2024-2027  wordt voorzien dat om kostendekkendheid te bereiken de tarieven van de rioolheffing in de komende jaren jaarlijks met 5% dienen te stijgen.

Economische ontwikkelingen en overheid
De Omgevingswet is per 1 januari 2024 ingegaan. Onze organisatie heeft veel aandacht geschonken aan het voorbereid zijn op de invoering van deze wet, waarbij nog niet alle taken en rollen per eind 2023 duidelijk zijn. Wel is duidelijk dat de gevolgen voor de legesinkomsten substantieel zijn en dat onze aandacht van de voorzijde van het planvormings- en vergunningsverleningsproces verschuift naar de achterzijde ervan, dus naar dwang en handhaving.
Consumentengoederen en -diensten in Nederland zijn in 2023 gemiddeld 4,1 procent duurder geworden. De inflatie in de eurozone daalde naar 5,4 procent in 2023. De instabiele situatie in het Midden-Oosten en de logistieke problemen in de wereldhandel hebben ervoor gezorgd dat de bouwkosten fors zijn gestegen.

Herziening gemeentefonds
In de begroting 2023 is het risico van de herziening van het gemeentefonds onderkend. Inschatting was dat dit risico beperkt was vanwege het ingroeipad dat vanuit de ROB en VNG is voorgesteld. Inmiddels is duidelijk dat de totale uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2026 (ook wel ‘ravijnjaren’ genoemd) zal dalen met totaal € 3 miljard. In de begroting 2024 wordt geraamd, dat ook onze gemeente vanaf 2026 een negatief structureel begrotingssaldo verwacht.
 

Niet kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Niet kwantificeerbare risico's

De stand van zaken met betrekking tot de, in de begroting  2023 onderscheiden, niet-kwantificeerbare risico's is als volgt.

Brand 2011 bij Chemie-Pack in Moerdijk
Over dit juridisch geschil waarin de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant door de omliggende bedrijven van Chemie-Pack in Moerdijk verantwoordelijk gehouden wordt voor vervolgschade zijn geen ontwikkelingen te melden. 

Uitvoering nationaal klimaatakkoord
Binnen de afspraken van het klimaatakkoord committeren gemeenten zich aan de afspraken op het gebied van onder andere de energie transitie, klimaat adaptatie en de circulaire economie.  Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1 Opgaven.

Wet Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
In 2023 is de rente gestegen waardoor geen extra dotaties aan de voorziening noodzakelijk zijn.  

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

Bij de inventarisatie van het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen weerstandsvermogen in de vermogenssfeer en in de exploitatiesfeer. Weerstandsvermogen in de vermogenssfeer wordt gevormd door het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve en door de stille reserves. Van een stille reserve is sprake indien activa een hogere waarde vertegenwoordigen dan de boekwaarde op de balans. In het weerstandsvermogen van onze gemeente zijn geen stille reserves opgenomen.

Op het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve zijn de geraamde onttrekkingen voor investeringsuitgaven en exploitatie-uitgaven voor de begrotingsperiode in mindering gebracht.

Het weerstandsvermogen in de exploitatiesfeer wordt gevormd door de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit.

De omvang van de post onvoorzien is in onze financiële verordening vastgesteld. De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra structurele middelen, die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van gemeentelijke heffingen te verhogen. De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de toegestane belastingtarieven (het tarief om tot een artikel 12 gemeente gerekend te worden) te vergelijken met de belastingbaten/belastingtarieven in onze gemeente.

Onze bestemmingsreserves (met uitzondering van de reserve investeringsprojecten) zijn in principe vrij te besteden voor diverse doeleinden. Deze reserves zijn geoormerkt voor vooraf bepaalde doeleinden, maar de gemeenteraad kan besluiten er een ander doel aan te geven of ze vrij te laten vallen ten gunste van de algemene reserve.  Bestemmingsreserves zijn geen onderdeel van ons weerstandvermogen.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Risico's in begroting 2023 en 2024

In de begroting 2023 (d.d. november 2022) is het totaal aan strategische risico’s geraamd op € 4.210.000,-.

In de begroting 2024 (d.d. november 2023) heeft een actualisatie van de ramingen van de strategische risico’s plaatsgevonden en is het totaal aan risico's geraamd op € 4.480.000,-.  Een kleine verhoging ten opzichte van de begroting 2023.

Ten tijde van het opstellen van deze jaarstukken 2023  zijn de in de begroting 2024 beschreven risico's en het geraamde totale risiconiveau nog actueel en relevant, waardoor er geen reden is om het totaal aan strategische risico's uit de begroting 2024 aan te passen.

Bij de berekening van het totaal aan risico’s wordt overigens niet gecorrigeerd voor het feit, dat alle risico’s zich niet tegelijkertijd voor zullen doen. Daarmee geeft het totaal aan risico’s in feite dus een ‘worst-case’ scenario weer. 

Weerstandsvermogen en weerstandratio

Per 31-12-2023 is het begrote weerstandsvermogen geraamd op € 6.806.161,-.  Het werkelijke weerstandsvermogen per 31-12-2023 bedraagt € 13.013.776,-.  Dit verschil wordt voornamelijk verklaard door de toevoeging aan de algemene reserve van een deel van het jaarresultaat over 2022. 

Met de (gedeeltelijke) toevoeging van het jaarresultaat 2023 aan de algemene reserve is in deze berekening geen rekening gehouden, omdat daarmee vooruitgelopen zou worden op een nog te nemen raadsbesluit in juli 2024. 

Het weerstandsratio (= weerstandsvermogen € 13.013.776,- gedeeld door totaal aan risico's € 4.480.000,-) per 2023 bedraagt daarmee 2,9.  

De opbouw van het werkelijke weerstandsvermogen per eind 2023 is als volgt:

Werkelijke weerstandsvermogen       Jaarrekening 2023
Stand van Algemene reserve per 31-12-2023 € 12.478.776
plus: onbenutte belastingcapaciteit € 500.000
plus: post onvoorzien € 35.000
Totale werkelijke weerstandsvermogen per 31-12-2023  € 13.013.776

 

Weerstandsratio

Terug naar navigatie - Weerstandsratio

De weerstandsratio wordt berekend door het beschikbare weerstandsvermogen te delen door het totaal van de gekwantificeerde risico's. Per eind 2023 wordt ons weerstandsratio beoordeeld als zijnde 'uitstekend'. 

 

Weerstandsratio Beoordeling
groter dan 2.0 Uitstekend
van 1.4  tot 2.0 Ruim Voldoende

van 1.0 tot 1.4

Voldoende

 

Ontwikkeling kengetallen

Terug naar navigatie - Ontwikkeling kengetallen

Navolgende financiële kengetallen geven inzicht in onze financiële positie. Door de Commissie BBV is de keuze gemaakt om geen normen op te leggen voor de kengetallen. Een kengetal of de ontwikkeling van een kengetal is een weerspiegeling van het gevoerde beleid. Hierin kunnen bewuste keuzes zijn gemaakt. Het gaat om de onderlinge samenhang van de kengetallen en de uitleg hierbij.

Kengetallen Jaarstukken  Begroting  Jaarstukken 
2022 2023 2023
Netto schuldquote 0,23 % 20,7 % -6,12%
Netto schuldquote, 
gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
-4,8 % 16,6 % -11,0%
Solvabiliteitsratio 48,5 % 36,0 % 48,1%
Grondexploitatie --1,6 % 3,2 % -1,4%
Structurele exploitatieruimte 8,0 % 2,87 %

8,32%

Belastingcapaciteit 92,9 % 101,0 %  96,7%

 

Beoordeling van de kengetallen in relatie tot de financiƫle positie

Terug naar navigatie - Beoordeling van de kengetallen in relatie tot de financiƫle positie

Navolgend wordt de realisatie per 31-12-2023 van onze financiele kengetallen beoordeeld aan de hand van de signaleringswaarden van de provincie Noord -Brabant zijn gedefinieerd. Van de 6 verplichte financiele kengetallen hebben 3 kengetallen betrekking op onze balanspositie. De ratio's over de schuldquotes en solvabiliteit geven aan in welke mate onze gemeente in staat is om aan haar financieringsverplichtingen te voldoen en over welk financieel buffervermogen we beschikken.  

De werkelijke financiële risicopositie van onze gemeente per 31-12-2023 is te typeren als zijnde uitstekend.  In vergelijking met de voor 2023 begrote ratio's zijn alle ratio's verder verbeterd. 

Ter toelichting op de ratio's die onze vermogenspositie weergeven, vermelden we enkele relevante financiele waarden per eind 2023: het balanstotaal bedraagt € 62 miljoen, het eigen vermogen € 30 miljoen, totaal aan voorzieningen € 16 mln, het totaal aan langlopende leningen € 6 mln en het totaal aan kortlopende leningen en overlopende posten € 10 miljoen.  

Netto schuldquote   &   netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een waarde van minder dan 90% wordt beschouwd als zijnde minst risicovol. Onze gerealiseerde waarden liggen daar ver onder en zijn daarmee uitstekend.

De schuldquote is in de afgelopen jaren afgenomen en heeft over 2023 zelfs een negatieve waarde. Deze negatieve waarde wordt veroorzaakt door enerzijds het geringe totaal aan vaste en vlottende schulden en anderzijds het hoge bedrag aan uitzettingen met een looptijd korter van een (1) jaar. De meerjarige ontwikkeling van beide kengetallen zal afhangen van de mate waarin we ons reguliere investeringsniveau weer gaan behalen. De verschillen tussen de begroting en realisatie 2023 worden hoofdzakelijk verklaard door de financieringsgevolgen van de achterblijvende investeringsuitgaven. 

Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin we in staat zijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Een waarde van meer dan 50% is volgens het toezichtkader het minst risicovol. Verhoging van onze solvabiliteit naar 50% of meer leidt tot de meest gunstige beoordeling door onze leningverschaffers. De stap daartoe is nagenoeg gezet, want per eind 2023 bedraagt de solvabiliteitswaarde 48,1%.  Dit terwijl 36% begroot was. Verklaring is met name het hoge exploitatieresultaat over 2022, dat toegevoegd is aan het eigen vermogen. 

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting / jaarrekening en uitgedrukt in een percentage. Volgens het toezichtkader is een waarde van minder dan 20% het minst risicovol. Daaraan voldoen we met een waarde van -1,4% ruimschoots.

Structurele exploitatieruimte

Beoordeling welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. We zitten met een gerealiseerde waarde van 8,3% in 2023 ruimschoots boven de nullijn; want minder dan 0% is  risicovol. Begroot was een waarde van 2,8%.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van  het  landelijk gemiddelde.  Dit kengetal wordt berekend door de vergelijking van de woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t (boekjaar) en het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (jaar voorafgaand aan boekjaar). De waarde van dit kengetal was voor 2023 begroot op 101%, terwijl een waarde van 96,7% gerealiseerd is.