Programma 1. Sociaal Domein

Totaaloverzicht programma 1

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht programma 1

In de onderstaande tabel tonen de kolommen 1 tot en met 4 de cijfers zoals geregistreerd op 1 april 2025 in het financiële systeem. Kolom 5 geeft een prognose weer die niet uit het financiële systeem komt, maar is gebaseerd op onze verwachtingen.

Totaaloverzicht per product
Product Bedrag Begroot op 1 april 2025 Bedrag Werkelijk Bedrag rechten en verplichtingen Stand per 1 april 2025 Prognose afwijking van de begroting per 31-12-2025
1.1 Sociale veerkracht € -2.619.469 € -2.050.243 € -48.403 € 520.823 € 45.000
1.2 Integrale Toegang Sociaal Domein € -153.999 € 36.187 € -129.461 € 60.726 € -92.999
1.3 Werk en inkomen € -3.949.991 € 9.025.509 € -12.204.514 € 770.986 € -835.000
1.4 Maatschappelijke ondersteuning € -9.494.143 € -1.210.215 € -5.903.239 € 2.380.689 € 1.171.000
1.5 Zorg voor Jeugd en Sociale Veiligheid € -7.707.385 € -1.596.231 € -5.417.034 € 694.120 € -168.000
1.6 Gezondheid en Sport € -1.352.235 € -591.811 € -489.934 € 270.491 € -
1.7 Onderwijs € -2.552.517 € -38.364 € -1.418.107 € 1.096.046 € 157.395
Totaal € -27.829.739 € 3.574.832 € -25.610.691 € 5.793.880 € 277.396

1.1 Sociale Veerkracht

Terug naar navigatie - 1.1 Sociale Veerkracht

Ten opzichte van de huidige begroting wordt op dit product een overschot verwacht van € 45.000.  

De volgende kostenposten dragen hieraan bij:

  • Voor de welzijnssubsidie verwachten we een overschot van ongeveer € 13.000. Het overschot blijft gereserveerd binnen het product voor tussentijdse subsidieaanvragen en de éénmalige subsidies. 
  • Bij de subsidiëring bibliotheken is de verwachting een voorlopig overschot van € 32.000. Vanuit het Rijk hebben we aanvullende middelen ontvangen ter versterking van het lokale bibliotheekstelsel. Een deel hiervan is ingezet voor de voortzetting van “de Bibliotheek op School” (een initiatief dat in het voorgaande jaar nog werd gefinancierd vanuit het Onderwijsachterstandenbeleid). Het resterende bedrag blijft beschikbaar voor mogelijke nieuwe initiatieven vanuit de bibliotheek.

1.2 Integrale toegang Sociaal Domein

Terug naar navigatie - 1.2 Integrale toegang Sociaal Domein

Ten opzichte van de huidige begroting wordt op dit product een tekort verwacht van afgerond € 93.000.

De volgende kostenposten dragen hieraan bij:

Budget versterken dienstverlening : vanuit het gemeentefonds is € 5.999 ontvangen voor versterking van dienstverlening aan kwetsbare inwoners. Dit geld stond tijdelijk geparkeerd in product 5.5 in afwachting van een definitieve bestemming. In deze kwartaalrapportage hevelen we het de begrote uitgaven over van programma 5 naar dit product. Dit heeft geen effect op het begrotingssaldo.

In 2023 zijn we begonnen met de uitrol van 'Vraagwijzer', waarbij we ons in 2023 en 2024 vooral gericht hebben op dorpsgericht werken en de sociale kaart. Bij de derde kwartaalrapportage 2024 is besloten om het resterend bedrag van dat jaar te reserveren voor komende jaren door het openen van een krediet. Middels deze kwartaalrapportage willen we het krediet formaliseren. Het resterend bedrag in 2024 bedroeg € 95.000. In 2025 gaan we  het dorpsgericht werken verder verankeren  middels het inzetten van een kwartiermaker en het beter positioneren van de dorpsteams. Daar het krediet in één jaar wordt afgeschreven, hebben we te maken met een afschrijvingslast van € 95.000. Het bedrag wordt aangewend vanuit algemene reserve wat onder programma 5 wordt verantwoord en heeft daarom geen effect op het begrotingssaldo.

Op de inzet van de jeugdverpleegkundigen in de toegang verwachten we een overschot van € 8.000.

1.3 Werk en inkomen

Terug naar navigatie - 1.3 Werk en inkomen

Ten opzichte van de huidige begroting wordt op dit product een tekort verwacht van € 835.000.

De volgende kostenposten dragen hieraan bij:

  • Op het 'BUIG-budget' wordt een tekort van € 857.000 verwacht. Mensen stromen niet meer in de Wsw en nauwelijks meer in de Wajong, waardoor mensen sneller in de bijstand terecht komen. 

  • Op het budget 'Sociale werkplaatsen' wordt een overschot van € 119.000 verwacht. WVS heeft vanuit het Rijk een hogere bijdrage ontvangen, waardoor de gemeentelijke bijdrage naar beneden is bijgesteld. Er wordt bekeken of de middelen op de tekorten van het BUIG-budget kunnen worden ingezet.

  • Op het budget 'Minimabeleid' wordt een overschot van € 34.000 verwacht. Veel uitgaven zijn nog onzeker. Dit komt onder andere omdat de inzet op het noodfonds niet te voorspellen valt. De verwachting is echter dat de inzet op het noodfonds minimaal gaat zijn. Daarnaast wordt verwacht dat er minder ingezet gaat worden op de post 'Actiekaarten', omdat aanvragen via andere regelingen worden opgevangen. 

  • Op het budget 'Bijzondere bijstand' wordt een tekort van € 77.000 verwacht. Dit wordt veroorzaakt door een toename op het aantal aanvragen van de individuele inkomenstoeslag. Daarnaast zijn de verstrekkingen voor bijzondere bijstand ook verhoogd wat wordt veroorzaakt door stijgende kosten voor bewindvoering.  Door minder aanvragen sociaal medische indicaties houden wij op dit budget over. 

  • Op het 'Participatiebudget' wordt een tekort van € 54.000 verwacht. Momenteel heeft gemeente Woensdrecht de landelijke taakstelling voor beschut werk al gehaald en het Rijk financiert slechts tot die taakstelling. In de Re-integratieverordening is opgenomen dat de gemeente boven de ministeriële taakstelling kan plaatsen. Dit betekent dat er voor inwoners met een indicatie beschut werk geen wachtlijst ontstaat. Daarnaast wordt er meer ingezet op het instrument jobcoaching.

  • Op het budget 'Inburgering nieuwkomers' is de eindprognose nog moeilijk te bepalen.  Een gedeelte van de uitvoering inzake de Wet inburgering 2021 is belegd bij de ISD Brabantse Wal.  Over het boeken van de uitvoeringskosten op deze post gaan we in overleg met de ISD. 

1.4 Maatschappelijke ondersteuning

Terug naar navigatie - 1.4 Maatschappelijke ondersteuning

Ten opzichte van de huidige begroting wordt op dit product een overschot verwacht van € 1.171.000.

De volgende kostenposten dragen hieraan bij:

WMO huishoudelijke ondersteuning
Op dit subproduct wordt een overschot verwacht van € 445.000. Dit bedrag ontstaat door een lager uitgevallen indexatie.  Daarnaast hebben we een compensatie ontvangen als gevolg van de invoering van het abonnementstarief in de WMO, echter is de verwachting dat het met de meicirculaire wordt uitgesteld dan wel gecorrigeerd. 

WMO begeleiding
Voor 'WMO begeleiding' wordt een overschot van € 659.000 verwacht als eindprognose voor 2025. Dit ontstaat door de subproducten 'Individuele begeleiding' en 'Begeleiding groep' (dagbesteding). Van het verwachte overschot is € 218.000 te verklaren door een lager uitgevallen indexatie.  Het overige deel van het verwachte overschot (€ 441.000) ontstaat door een afvlakking in het aantal cliënten. Bij de totstandkoming van de begroting voor 2025 is uitgegaan van de op dat moment meest recente gegevens voor de ontwikkeling in cliëntaantallen. Deze gegevens – cliëntaantallen van januari 2023 tot en met maart 2024 – vormen de basis voor de doorrekening en daarmee voor de begroting van 2025. Echter is, zoals te zien in onderstaande tabellen, sprake van afname/afvlakking in plaats van stijging in cliëntaantallen, vooral bij subproduct 'Begeleiding groep' (dagbesteding). Tot slot is een verschuiving naar lichtere categorieën van begeleiding zichtbaar, wat ook een deel van het verwachte overschot verklaart voor 'WMO begeleiding'. 

 

 

 


 

WMO BGG vervoer
Het subproduct 'Wmo BGG vervoer' laat een verwacht overschot zien van € 32.000 als eindprognose voor 2025. Dit overschot bestaat uit € 16.000 voor rolstoelvervoer en € 16.000 voor niet-rolstoelvervoer. Verklaring hiervoor is de afvlakking in cliëntaantallen bij 'Begeleiding Groep' (dagbesteding), wat leidt tot minder indicaties voor vervoer naar dagbesteding.

Eigen bijdragen Wmo
Er wordt een tekort verwacht van € 47.000 op de eigen bijdragen Wmo. In de begroting is € 264.000 opgenomen aan verwachte ‘inkomsten’ aan eigen bijdragen. De afname in het aantal cliënten met een indicatie voor Wmo maatwerkvoorzieningen leidt tot minder eigen bijdragen. Hierdoor wordt een tekort verwacht van € 46.800 als eindprognose op dit subproduct.  

WMO hulpmiddelen, vervoer en woonvoorzieningen
Het verwachte overschot van € 37.000 ontstaat doordat het subproduct 'Wmo Trapliften' een overschot van € 112.000 laat zien. Daarentegen zien we een tekort van € 25.000 op rolstoelen, € 37.000 op uitkeringen WVG en € 13.000 op vervoersvoorzieningen. Maatwerkvoorzieningen binnen dit product, zoals auto– en woningaanpassingen, zijn veelal incidentele maar vaak prijzige maatwerkvoorzieningen. 

PGB Wmo
Op het subproduct 'Wmo PGB' wordt een overschot van € 45.000 verwacht. Dit bestaat uit € 12.000 voor PGB Huishoudelijke ondersteuning en € 33.000 voor Begeleiding. Het overschot ontstaat doordat sprake is van een afvlakking in cliëntaantallen ten opzichte van de begroting. Deze ontwikkeling zien we ook bij deze maatwerkvoorzieningen in Zorg in natura (ZIN).  

1.5 Zorg voor Jeugd en Sociale Veiligheid

Terug naar navigatie - 1.5 Zorg voor Jeugd en Sociale Veiligheid

Ten opzichte van de huidige begroting wordt op dit product een tekort verwacht van € 168.000.

De volgende kostenposten dragen hieraan bij:

  • Het tekort is voornamelijk het gevolg van de toenemende complexiteit van problematiek bij jeugdigen. Hierdoor is er vaker behoefte aan intensiever maatwerk, wat leidt tot hogere kosten (- € 384.000).

  • Daarnaast verwachten we een tekort op landelijke transitie arrangementen (- € 194.000). Deze voorziening is bedoeld voor jeugdigen die zeer intensieve zorg nodig hebben. In dit geval gaat het om één specifieke jeugdige waarvoor zware zorg is ingekocht via dit landelijke arrangement.

  • We hanteren een terughoudend beleid bij het toekennen van Persoons Gebonden Budget, hierdoor verwachten we ook dit jaar een daling in het aantal cliënten (€ 46.000). 

  • We zetten actief in op pleegzorg als passende en stabiele vorm van zorg voor jeugdigen die (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen, echter voorzien we daardoor een tekort op de woon en pleegzorg arrangementen (- € 47.000). 

  • Daartegen verwachten we een overschot op de hoog complexe arrangementen (€ 326.000).  Dit heeft te maken met lagere instroom en kortere trajecten binnen deze categorie dan begroot.

  • Voor 2025  is er een resterend budget van € 85.000 beschikbaar voor uitvoering van de hervormingsagenda.  Deze kosten zullen vooral bestaan uit opleiding en capaciteit. Bij het uitblijven van deze kosten zal gekeken worden in hoeverre het budget kan worden ingezet voor het opvangen van de tekorten in de exploitatie binnen het product.

1.7 Onderwijs

Terug naar navigatie - 1.7 Onderwijs

Ten opzichte van de huidige begroting wordt op dit product een overschot verwacht van € 157.395.

De volgende kostenposten dragen hieraan bij:

  • Voor het budget leerlingenvervoer wordt een overschot van € 170.000 verwacht. Dit komt door minder dure trajecten ten opzichte van voorgaande jaren. We bieden verschillende vormen van vervoer aan. Aangezien het leerlingenvervoerbudget dynamisch is, kunnen in 2025 alsnog nieuwe kostbare trajecten starten. Het overschot wordt ingezet om de tekorten binnen andere producten binnen programma 1 op te vangen.

  • Verder wordt een overschot van € 5.000 verwacht op het budget voor peuteropvang. De gemeente subsidieert peuteropvang voor kinderen van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • In 2025 wordt een tekort van € 5.000 verwacht op de gemeentelijke bijdrage aan financiering van lokalen voor bewegingsonderwijs. Door een beleidswijziging per 1 augustus 2024, waarbij de gemeente alle benodigde klokuren bekostigt, zien we deze stijging in de kosten. 

  • Voor de post 'Onderwijshuisvesting' verwachten we een tekort van € 12.605 als gevolg van hogere huurlasten en OZB voor IKC Fortuna.